Positieve bekrachtiging:
We zien positieve bekrachtiging als algemeen uitgangspunt. Door belonen van gewenst gedrag ontmoedigen we ongewenst gedrag. Dit kan variëren van eenvoudige verbale bevestiging tot klasspecieke beloningssystemen.
Gesprekken en reflectie:
Leraren kunnen individuele gesprekken voeren met kinderen om hen bewust te maken van hun gedrag en de gevolgen ervan. Reflectie op het gedrag kan helpen bij het ontwikkelen van metacognitie. We houden uiteraard rekening met de ontwikkelingsleeftijd van de kinderen en bieden ondersteunende tools (sorrybox.be, vriendjesschijf op de speelplaats) aan om deze reflectie te sturen.
Time-out:
Een time-out is een korte periode waarin een kind wordt geïsoleerd van de klasgroep om af te koelen en na te denken over zijn gedrag. Het doel is niet om te straffen, maar om het kind de kans te geven zijn gedrag te overdenken. Deze time-out kan plaatsvinden tijdens de lesuren of tijdens de pauze. Deze gaat meestal door in het bureau van de directeur.
Rode kaart:
Bij ontoelaatbaar fysiek of verbaal geweld krijgt de leerling een rode kaart. Deze kaart schetst de situatie en de betrokken personen. Deze kaart dient dus als reflectiemiddel maar vooral als communicatiemiddel naar de ouders. Op de kaart wordt in overleg met betrokken personen en leerkracht(en) afgesproken welke vervolgstappen genomen worden.
Herstelgericht handelen:
Herstelgericht handelen legt de nadruk op het herstellen van relaties en het goedmaken van de schade die is aangericht. Dit kan inhouden dat het kind verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag, excuses aanbiedt en werkt aan het herstellen van relaties binnen de school.
Tijdelijk ontzeg van groepsactiviteit
Bij herhaaldelijk ongewenst gedrag kunnen bepaalde activiteiten een andere invulling krijgen. Zo wordt de pauze i.p.v. op de speelplaats, in het secretariaat doorgebracht of wordt een groepswerk individueel uitgevoerd. In overleg met de leerling en zijn ouders kunnen klasactiviteiten of -uitstappen ontnomen worden bij repetitief ongewenst gedrag
Ouderbetrokkenheid:
Het betrekken van ouders bij het sanctioneren van ongewenst gedrag is essentieel. Door open communicatie kunnen ouders en leraren samenwerken om consequente boodschappen over gedrag over te brengen.
Inzet van een opvolgkaart:
Een opvolkgaart kan worden opgesteld tussen de school, de leerling en de ouders, waarin doelen en consequenties duidelijk worden vastgelegd. Dit kan een nuttig hulpmiddel zijn om verantwoordelijkheid te bevorderen bij de leerling en kan door de frequente en tussentijdse evaluatie positieve verbinding herstellen.
Ons relatiebeleid kent de meeste positieve impact wanneer het consequent en unaniem gevolgd wordt. Vanuit een helder afsprakenkader willen we de consequentie en gelijkgestemdheid nastreven.
Het is echter wel belangrijk dat er ruimte is voor differentiatie, omdat elk kind uniek is!